Het dorp van de Kameleon: Lenten
De wereld van de Kameleon is overzichtelijk: midden in die wereld ligt het dorp van Hielke en Sietse, de tweeling van de dorpssmid Klinkhamer, aan een groot meer. Het middelpunt van de wereld is natuurlijk het huis van de Klinkhamers, met de smederij en achter, aan de vaart naar het grote meer, het boothuis. Daarin ligt de Kameleon, de lompe maar sterke motorboot, waarmee de jongens de wijde wereld om hen heen verkennen.
Het land waarin Hielke en Sietse leven is een waterland, Friesland, met overal sloten, meren, kanalen en kanaaltjes. Dat betekent dat de schippers van de Kameleon met hun boot eigenlijk overal kunnen komen. Het meest zijn ze natuurlijk op het grote meer te vinden, dat bij hun dorp ligt. Daar spelen zich de meeste avonturen af, daar redden ze zondagszeilers, daar winnen ze met hun boot van de snelste motorjachten, daar zijn Hielke en Sietse oppermachtig. Het meer zelf bied allerlei avontuurlijke plekjes, zoals De Doolhof, een eilandengroep met dichte begroeiing, waarin je kunt verdwalen of je verstoppen. Hielke en Sietse komen daar regelmatig en redden er soms mensen die er verdwalen of in het nauw komen. Aan de overkant van het meer heb je Het Paviljoen, waar de rijke watersporters graag aanleggen om lekker te gaan eten of een kopje koffie met een appelgebakje te eten. Vandaar dat de jongens daar graag komen met hun vrienden. Vooral Kees Dijkstra, de molenaarszoon laat zich daar graag trakteren. Hij is de snoeper en eet zich regelmatig buikpijn aan het ijs van het paviljoen. |
Aan de polderdijk aan de rand van het meer, even buiten het dorp staat de molen De Woudaap, waar Kees met zijn ouders woont. Hielke en Sietse varen er regelmatig langs om hem op te pikken. Iets verderop ligt ook de boerderij van Jellema, waar de grootste vriend van de tweeling werkt, de boerenknecht Gerben Zonderland. De jongens helpen en plagen Gerben regelmatig. Gerben werkt op de boerderij maar hij woont midden in het dorp. Daar beleven Hielke en Sietse ook nog heel wat avonturen. Om te beginnen zit Gerben af en toe Zwart de veldwachter dwars, die ook in het dorp woont. Geen wonder dus dat Gerben de schuld krijgt van de koeienhoorns die door de klinkhamertjes in Zwart's tuin zijn geplant, zodat Zwart denkt dat hij mooi plantjes krijgt. Maar na dagen water geven komt hij erachter dat hij koeienhoorns water staat te geven, omdat Gerben dagelijks met Zwart een praatje maakte over de 'plantjes' kreeg hij de schuld. Het liefst wil Zwart Gerben dan opsluiten in de gevangenis onder het stadhuis. Daar worden boeven en bandieten in opgesloten die Zwart met behulp van Hielke en Sietse met de Kameleon en Gerben vangt.
In het dorp is een hotel. De Rode Leeuw (vaak ook Gouden Leeuw), waar veel gasten komen, meestal uit de stad, die aan de andere kant van het meer ligt. Soms varen Hielke en Sietse met hun vrienden en Gerben naar de stad, maar het liefst zijn ze in het dorp of ergens op het meer, met de wind in hun haren. Het dorp van Hielke en Sietse is geen bestaand dorp, zei Kameleon-schrijver Hotze de Roos ooit. Hij heeft het bedacht en samengesteld uit verschillende dorpen aan het water die hij kende. Eerst had het dorp geen naam, in latere boeken (vanaf deel 51) is het Lenten gaan heten. In het dorp staat natuurlijk ook de school waar Hielke en Sietse heen gaan. Maar veel krijgen we daar niet over te horen, want de Kameleon-verhalen spelen zich meestal in de zomervakantie af, zodat de jongens lekker kunnen varen en zwemmen. Behalve hun vrienden uit het dorp, zoals Louw Vrolijk en Kees Dijkstra, is dan ook meestal het neefje van de buren, Cor Bleeker van de partij, om kattekwaad uit te halen. De buren Bleeker wonen rechts van Klinkhamer, links woont de dokter. Van hem kregen Hielke en Sietse een automotor voor in hun boot, zodat de Kameleon nu de snelste boot is van het dorp, het meer en de wijde, wijde omgeving. |
|