De tekenaar van De Kameleon: Gerard van Straaten
Zonder de tekeningen van Gerard van Straaten zijn de boeken van de Kameleon niet compleet. Hij is het, die de 'lompe maar sterke boot' de Kameleon zijn definitieve, overtuigende vorm gaf. Hij is het die de 'dekselse kwajongens' Hielke en Sietse precies de goede blonde kuiven en rode appelwangen gaf. Maar bovenal heeft hij als geen andere tekenaar de sfeer van de Kameleon-boeken zo goed en levendig weten te vangen in zijn illustraties. Dat is de sfeer van plezier maken op het water, de sfeer van vriendschap, wind en een goed humeur. Met een paar pennenstreken zette hij de hele wereld neer, het Friese meer waarop de Kameleon-tweeling hun avonturen beleefden, en de vrolijke 'apekoppen' van Hielke en Sietse, hun vrienden Kees, Louw, de boerenknecht Gerben en veldwachter Zwart. Als je de tekeningen in de zestig kameleon-boeken van De Roos bekijkt, die Van Straaten allemaal illustreerde, lijkt het wel alsof hij er bij was toen Hielke en Sietse alles beleefden. Hij weet precies hoe de rietkragen er uitzien waarin de jongens hun boot moeten verstoppen als ze Gerben een poets hebben gebakken. Hij weet hoe de boerderijen eruit zien, hoe paarden die uit het water gered moeten worden eruit zien, hoe de luxe jachten eruit zien waartegen de Kameleon een wedstrijd snelvaren moet houden. Natuurlijk was Gerard van Straaten er niet bij toen dat allemaal gebeurde, want al die dingen werden verzonnen, door Hotze de Roos, in zijn kleine voorkamertje in Krommenie. Maar toch had Van Straaten het allemaal eigenlijk wel zien gebeuren, of beter gezegd, hij had al die wateravonturen op de Friese meren allemaal zelf al eens beleefd - omdat hij zo'n verwoed liefhebber van zeilen en kanoën en al 'het gedoe met bootjes' is, zoals hij het zelf zegt. Wat dat betreft lijkt het wel alsof Van Straaten en De Kameleon voor elkaar voorbestemd waren. Maar Gerard van Straaten heeft veel meer gedaan dan alleen de Kameleon-boeken illustreren. Eigenlijk was het min of meer toeval dat hij daar aan begon. 'Meer een klusje voor erbij begin jaren vijftig'
Gerard van Straaten is in 1924 in Arnhem geboren. Zijn vader was daar architect. Hij heeft vier broers - een van hen, zijn jongste broer Peter van Straaten, is ook een bekende tekenaar geworden.
,,Leren kon ik niet, alleen tekenen,'' vertelt Gerard van Straaten over zijn keuze om illustrator te worden in het boek 'Helden zonder zee'. Het verhaal achter Nederlands populairste kinderboekenserie De Kameleon' (uitgeverij Meulenhoff, 1998). Hij verliet daarom in 1942 de HBS (de Hogere Burger School) en ging naar de middelbare school voor kunst en kunstnijverheid in Arnhem. ,,Met het eerste geld dat ik na de oorlog verdiende met tekenwerk deed ik drie dingen: ik nam paardrijles, dansles en zeilles. Ik had dat allemaal gemist door de oorlog en wilde dat inhalen. Ik hield van de natuur, dus daarom wilde ik paardrijden. Dansles natuurlijk voor de meisjes. En Zeilles. Ik had met vriendjes voor de oorlog bij Giethoorn veel in punters gezeild. Nu wilde ik het echt leren.
''vandaar dat hij in 1946 in een week met zijn kano, af en toe een sleepje vragend bij een binnenvaartschipper, voer van Arnhem naar Sneek. Daar, bij de eerste Friese Zeilschool, kreeg hij zijn eerste echte zeillessen. Hij raakte aan het water en het varen verslingerd.
Gerard van Straaten gaat eind jaren veertig naar Amsterdam om als jonge tekenaar aan het werk te komen. Hij tekent voor reclamebureau's, hij werkt onder meer voor de Marten Toonderstudio's (waar strips als Tom Poes gemaakt werden). Hij ontwikkelt zich als allround illustrator. Maar een vetpot is het niet. Daarom gaat hij. om er wat bij te verdienen ook kinderboeken illustreren.
Als zelfstandig illustrator gaat hij in 1951 voor uitgever Kluitman tekenen, en dat zal hij tot zijn pensioen in 1989 blijven doen. Honderden kinderboeken heeft hij zodoende geïllustreerd, zoals meisjesboeken als 'Hoera voor Miesje Sandelhout!', boeken voor kleuters zoals 'Bak-ker-tje Deeg'.
Ook illustreerde hij klasieke jeugdboeken die Kluitman uitgeeft zoals Pietje bell en Dik Trom. In de jaren vijftig en zestig doet hij dat kinderboekillustratiewerk er eigenlijk bij. Van Straatens vrouw herinnert zich: ,,In die tijd zei hij: Ik heb nog een kwartiertje voor het eten, dan kan ik nog even Kluitmannen.''
Vanaf 1953 gaat Gerard van Straaten ook de Kameleon-boeken illustreren. Een van de eerste delen die hij van tekeningen en een kleurig omslag voorziet, is 'De Kameleon op volle toeren'. Illustratoren als Pol Dom (die deel één, 'De Schippers van de Kameleon' van tekeningen voorzag) en H. Giesen zijn hem dan al voorgegaan. Maar Van Straaten wordt de vaste Kameleon-illustrator. Aanvankelijk zijn Hielke en Sietse en hun boot nog wat schetsmatig getekend, zoals Van Straaten alle kinderboekenillustraties uit die tijd met vlotte penstreken neerzet. Maar als het succes van de Kameleon-reeks aanhoudt, gaat Van Straaten meer aandacht aan de tekeningen geven. Gaandeweg krijgen Hielke en Sietse een eigen, herkenbaar uiterlijk, net als hun vrienden en andere figuren uit het dorp. Vooral naar al het gedoe op het water, daar ging Van Straatens hart naar uit bij het illustreren van de Kameleon-verhalen. Hij kan precies vertellen welke type motorjachten en zeilboten hij tekende. De gebouwen aan het Kameleon-meer zijn geïnspireerd op gebouwen in Sloten en aan het Sneekermeer, waar hij zijn eerste zeilles had. Van Straaten wil als professioneel illustrator dat zijn tekeningen zoveel mogelijk kloppen, tot in de details.
Daar praat hij ook graag over, in zijn atelier in de Achterhoek, waar hij als nu grote olieverfschilderijen van zeezeiljachten maakt, ,,Kijk, die jongens van de Kameleon hadden een boothuis, hè. Dan vraag ik me meteen af: hoe zit dat dan met die deur? Dan verzin ik zelf een constructie waardoor de deur als ze weggevaren zijn weer dichtvalt. Of de smederij van vader Klinkhamer. Ik ben bij een echte smid hier in de buurt gaan kijken hoe dat er uit zag. Hoe een fiets staat - fietsen zijn moeilijk, dat wil ik ook precies hebben. Zelfs als Kees, de snoeper uit de serie, een gebakje zit te eten, moet ik naar de bakker. Want zelfs het gebakdoosje moet kloppen.''
Gek genoeg hebben Van Straaten en Hotze de Roos in die bijna veertig jaar (van 1953 tot 1990) dat ze samen de Kameleon maakten, elkaar nooit echt ontmoet en uitvoerig gesproken. Van Straaten: ,, Ik kreeg gewoon de manuscripten opgestuurd en deed braaf mijn werk.'' Een keer spraken ze elkaar toch: ,,Ik had een interview in de krant eens gezegd dat de Kameleon-serie zo'n succes was, dat De Roos er vast wel een mooie bungalow aan had overgehouden. Toen dat in de krant kwam, belde hij 's avonds boos op. Hoe had ik dat kunnen zeggen, wat een onzin. Dat was ons enige contact.'' Aan de vrolijk gekleurde omslagen die Van Straaten vooral in de jaren zestig en zeventig voor de Kameleon-boeken maakte, kun je zien was voor groot kunstenaar hij is. Vanwege de beperkingen van de kleurmogelijkheden, konden toen alleen egale kleurvlakken gedrukt worden. Van Straaten wist daar meesterlijk mee om te gaan. De figuren zijn stripachtig eenvoudig getekend, met duidelijke contouren en egaal gekleurde vlakken. Zo is er een vrijwel knalgeel omslag van De Kameleon vaart uit. Links op de voorgrond zien we, van dichtbij, Hielke en Sietse die druipend uit het water komen. Hun lichtblauwe overalls contrasteren met de gele achtergrond, waarin we in zwart silhouet iemand - een boef - zien wegroeien in hun Kameleon, ook in zwart silhouet. Een van de beide jongens kijkt de boot na, de ander lacht alsof hij het niet kan geloven. Veldwachter Zwart staat rechts op de voorgrond en maakt een geruststellend gebaar. Een volledig rood vlak is de omslag van De Kameleon slaat zijn slag. Behalve de titelletters bovenin, is er onderop het bootje met de Klinkhamertjes en hun vrienden te zien, lachend en met de armen zwaaiend. Ze zijn net als de Kameleon in zwart silhouet getekend. Het rode vlak rimpelt: water en lucht in de gloed van de grote gele ondergaande zon. Het zijn hoogtepunten van Van Straatens tekenkunst, vol prachtig details en groots van kleur en sfeer. Je zou ze tot de Pop-Art kunnen rekenen, de kunstvorm die de poëzie toont 'gewone' stripplaatjes, reclameplaatjes en illustraties (zoals Andy Warhol's schilderij van een soepblik).
Van Straaten maakte met deze Kameleon-omslagen Nederlandse Pop-Art. Toen in de jaren zeventig, tachtig de Kleurendruktechniek verbeterde, heeft hij van alle omslagen nieuwe versies gemaakt, helemaal geschilderd in plakkaatverf (kleurvlakken hoefden niet meer egaal te zijn). Die worden nu gebruikt voor de 'klassieke' Kameleon-boeken.
Gerard van Straaten is in 1924 in Arnhem geboren. Zijn vader was daar architect. Hij heeft vier broers - een van hen, zijn jongste broer Peter van Straaten, is ook een bekende tekenaar geworden.
,,Leren kon ik niet, alleen tekenen,'' vertelt Gerard van Straaten over zijn keuze om illustrator te worden in het boek 'Helden zonder zee'. Het verhaal achter Nederlands populairste kinderboekenserie De Kameleon' (uitgeverij Meulenhoff, 1998). Hij verliet daarom in 1942 de HBS (de Hogere Burger School) en ging naar de middelbare school voor kunst en kunstnijverheid in Arnhem. ,,Met het eerste geld dat ik na de oorlog verdiende met tekenwerk deed ik drie dingen: ik nam paardrijles, dansles en zeilles. Ik had dat allemaal gemist door de oorlog en wilde dat inhalen. Ik hield van de natuur, dus daarom wilde ik paardrijden. Dansles natuurlijk voor de meisjes. En Zeilles. Ik had met vriendjes voor de oorlog bij Giethoorn veel in punters gezeild. Nu wilde ik het echt leren.
''vandaar dat hij in 1946 in een week met zijn kano, af en toe een sleepje vragend bij een binnenvaartschipper, voer van Arnhem naar Sneek. Daar, bij de eerste Friese Zeilschool, kreeg hij zijn eerste echte zeillessen. Hij raakte aan het water en het varen verslingerd.
Gerard van Straaten gaat eind jaren veertig naar Amsterdam om als jonge tekenaar aan het werk te komen. Hij tekent voor reclamebureau's, hij werkt onder meer voor de Marten Toonderstudio's (waar strips als Tom Poes gemaakt werden). Hij ontwikkelt zich als allround illustrator. Maar een vetpot is het niet. Daarom gaat hij. om er wat bij te verdienen ook kinderboeken illustreren.
Als zelfstandig illustrator gaat hij in 1951 voor uitgever Kluitman tekenen, en dat zal hij tot zijn pensioen in 1989 blijven doen. Honderden kinderboeken heeft hij zodoende geïllustreerd, zoals meisjesboeken als 'Hoera voor Miesje Sandelhout!', boeken voor kleuters zoals 'Bak-ker-tje Deeg'.
Ook illustreerde hij klasieke jeugdboeken die Kluitman uitgeeft zoals Pietje bell en Dik Trom. In de jaren vijftig en zestig doet hij dat kinderboekillustratiewerk er eigenlijk bij. Van Straatens vrouw herinnert zich: ,,In die tijd zei hij: Ik heb nog een kwartiertje voor het eten, dan kan ik nog even Kluitmannen.''
Vanaf 1953 gaat Gerard van Straaten ook de Kameleon-boeken illustreren. Een van de eerste delen die hij van tekeningen en een kleurig omslag voorziet, is 'De Kameleon op volle toeren'. Illustratoren als Pol Dom (die deel één, 'De Schippers van de Kameleon' van tekeningen voorzag) en H. Giesen zijn hem dan al voorgegaan. Maar Van Straaten wordt de vaste Kameleon-illustrator. Aanvankelijk zijn Hielke en Sietse en hun boot nog wat schetsmatig getekend, zoals Van Straaten alle kinderboekenillustraties uit die tijd met vlotte penstreken neerzet. Maar als het succes van de Kameleon-reeks aanhoudt, gaat Van Straaten meer aandacht aan de tekeningen geven. Gaandeweg krijgen Hielke en Sietse een eigen, herkenbaar uiterlijk, net als hun vrienden en andere figuren uit het dorp. Vooral naar al het gedoe op het water, daar ging Van Straatens hart naar uit bij het illustreren van de Kameleon-verhalen. Hij kan precies vertellen welke type motorjachten en zeilboten hij tekende. De gebouwen aan het Kameleon-meer zijn geïnspireerd op gebouwen in Sloten en aan het Sneekermeer, waar hij zijn eerste zeilles had. Van Straaten wil als professioneel illustrator dat zijn tekeningen zoveel mogelijk kloppen, tot in de details.
Daar praat hij ook graag over, in zijn atelier in de Achterhoek, waar hij als nu grote olieverfschilderijen van zeezeiljachten maakt, ,,Kijk, die jongens van de Kameleon hadden een boothuis, hè. Dan vraag ik me meteen af: hoe zit dat dan met die deur? Dan verzin ik zelf een constructie waardoor de deur als ze weggevaren zijn weer dichtvalt. Of de smederij van vader Klinkhamer. Ik ben bij een echte smid hier in de buurt gaan kijken hoe dat er uit zag. Hoe een fiets staat - fietsen zijn moeilijk, dat wil ik ook precies hebben. Zelfs als Kees, de snoeper uit de serie, een gebakje zit te eten, moet ik naar de bakker. Want zelfs het gebakdoosje moet kloppen.''
Gek genoeg hebben Van Straaten en Hotze de Roos in die bijna veertig jaar (van 1953 tot 1990) dat ze samen de Kameleon maakten, elkaar nooit echt ontmoet en uitvoerig gesproken. Van Straaten: ,, Ik kreeg gewoon de manuscripten opgestuurd en deed braaf mijn werk.'' Een keer spraken ze elkaar toch: ,,Ik had een interview in de krant eens gezegd dat de Kameleon-serie zo'n succes was, dat De Roos er vast wel een mooie bungalow aan had overgehouden. Toen dat in de krant kwam, belde hij 's avonds boos op. Hoe had ik dat kunnen zeggen, wat een onzin. Dat was ons enige contact.'' Aan de vrolijk gekleurde omslagen die Van Straaten vooral in de jaren zestig en zeventig voor de Kameleon-boeken maakte, kun je zien was voor groot kunstenaar hij is. Vanwege de beperkingen van de kleurmogelijkheden, konden toen alleen egale kleurvlakken gedrukt worden. Van Straaten wist daar meesterlijk mee om te gaan. De figuren zijn stripachtig eenvoudig getekend, met duidelijke contouren en egaal gekleurde vlakken. Zo is er een vrijwel knalgeel omslag van De Kameleon vaart uit. Links op de voorgrond zien we, van dichtbij, Hielke en Sietse die druipend uit het water komen. Hun lichtblauwe overalls contrasteren met de gele achtergrond, waarin we in zwart silhouet iemand - een boef - zien wegroeien in hun Kameleon, ook in zwart silhouet. Een van de beide jongens kijkt de boot na, de ander lacht alsof hij het niet kan geloven. Veldwachter Zwart staat rechts op de voorgrond en maakt een geruststellend gebaar. Een volledig rood vlak is de omslag van De Kameleon slaat zijn slag. Behalve de titelletters bovenin, is er onderop het bootje met de Klinkhamertjes en hun vrienden te zien, lachend en met de armen zwaaiend. Ze zijn net als de Kameleon in zwart silhouet getekend. Het rode vlak rimpelt: water en lucht in de gloed van de grote gele ondergaande zon. Het zijn hoogtepunten van Van Straatens tekenkunst, vol prachtig details en groots van kleur en sfeer. Je zou ze tot de Pop-Art kunnen rekenen, de kunstvorm die de poëzie toont 'gewone' stripplaatjes, reclameplaatjes en illustraties (zoals Andy Warhol's schilderij van een soepblik).
Van Straaten maakte met deze Kameleon-omslagen Nederlandse Pop-Art. Toen in de jaren zeventig, tachtig de Kleurendruktechniek verbeterde, heeft hij van alle omslagen nieuwe versies gemaakt, helemaal geschilderd in plakkaatverf (kleurvlakken hoefden niet meer egaal te zijn). Die worden nu gebruikt voor de 'klassieke' Kameleon-boeken.