Zelf een vaartuig maken
Als je heel handig bent en je broers en vrienden, ouders, ooms, tantes en buren zijn ook heel handig, dan kun je zelf een boot maken. Anders kan je dat beter niet doen. Een boot maken is nogal moeilijk. Wat je wel heel goed kunt maken, is een vlot. Een vlot kun je maken van alles wat blijft drijven. Het is alleen de kunst om het zo aan elkaar te binden dat je er niet doorheen zakt.
Het klassieke vlot
Dit soort vlotten bestaat al sinds het stenen tijdperk. In Zweden, Canada en Finland worden ze nog steeds gebruikt. Het word gemaakt van boomstammen, die met touwen aan elkaar worden gebonden. Op zo'n vlot kan je rustig een rivier afzakken, als er tenminste geen watervallen zijn. Je kan er een tentje op zetten. Bij dat tentje kan je een met een kooktoestelletje een blikje soep opwarmen. En er is nog plaats genoeg voor een ligstoel. In Nederland is er wel een probleem, en dat is: hoe kom je aan boomstammen?
Het moderne vlot
Gelukkig kan je, door allerlei nieuwe uitvindingen, ook zonder boomstammen een vlot maken. Dat kan met alles wat goed blijft drijven, zoals lege plastic flessen, stukken piepschuim, binnenbanden, plastic ballen en nog veel meer dingen. (Je kan ook een luchtbed nemen, maar dat is wel erg gemakkelijk) Als je al die drijvende dingen in het water gooit en je springt erachter aan dan ben je natuurlijk meteen drijfnat. Er moet iets omheen. Iets wat de boel bij elkaar houdt en een beetje stevig is. Zodat je erop kunt staan.
Begin met een pallet
Heel geschikt is een pallet, zo'n platte houten krat die aan twee kanten open is. Je ziet ze onder andere in supermarkten met pakken dozen erop gestapeld. Je kan een speciaal wagentje in de pallet steken, die de pallet kan optillen en met de dozen erop kan rijden. Als e langs de supermarkt loopt rond de tijd dat men het grofvuil komt ophalen, heb je kans dat er een pallet bij staat. Anders moet je er zelf een maken. Daarvoor heb je nodig
-Acht dunne planken die net zo lang zijn als jij, of iets langer.
-Twee dikke planken die net zo lang zijn als jij, of iets langer
Leg de twee dikke planken naast elkaar, met de dunne kant naar boven. Timmer vier dunne planken op de dikke planken vast. De ruimte tussen de lagen dunne planken vul je op met lege plastic flessen met de op erop geschroefd, piepschuim, opgeblazen binnenbanden enzovoort. Dan is je vlot klaar. En daarna komt het spannende moment: Blijft het vlot drijven als je erop gaat staan?
De voordelen van een vlot
Een vlot komt langzaam vooruit. Je kunt er moeilijk mee sturen. En als je niet oplet, val je over de rand het water in. Maar er is ook een voordeel: je kan het net zo groot maken als je zelf wilt. Dat is heel eenvoudig je maakt gewoon een tweede vlot, en dat knoop je met touwen aan het eerste vast. En als er dan nog meer vrienden mee willen varen, maak je een derde. En een vierde. En nog één, en... Een vlot heeft ook nog een ander voordeel. Je kan er op allerlei verschillende manieren mee vooruit komen. Je kan er een zeil op zetten. Je kan op de rand zitten peddelen. En je kan op de achterkant staan, een lange stok in de bodem van de sloot steken en dan duwen. Daarbij kan je met een vlot echt overal varen waar water is. Je kan er zelfs de oceaan mee oversteken, zoals je in de volgende verhalen kunt lezen.
Drie beroemde vlotten
1. De Kon-Tiki
De Kon-Tiki is het beroemdste vlot ter wereld. Het is gemaakt van balsa (een zeer licht houtsoort) en touwen. Het heeft een korte mast en een vierkant zeil, een soort beddenlaken. Verder heeft het een rieten afdakje tegen de regen en de zon. De man die dit vlot maakte, werd geboren in Noorwegen en heette Thor Heyerdahl. In 1947 voer hij met zijn vlot vanuit Peru naar een groep eilanden in het midden van de Grote Oceaan. Over deze reis deed hij 101 dagen. Heyerdahl bouwde zijn vlot precies zoals de Inka's dat vele honderden jaren geleden deden. Hij wilde namelijk bewijzen dat die Inka's toen al grote zeereizen konden maken. Later maakte Thor Heyerdahl een boot van riet (papyrus). Dat had hij afgekeken van de Egyptenaren. Met die rieten boot voer hij van Marokko naar het eiland Barbados vlakbij Amerika. Hiermee wilde hij aantonen dat de Egyptenaren misschien al veel eerder dan Columbus Amerika hadden ontdekt.Volgens Heyerdahl was dat waarschijnlijk ook zo. Hij dacht dit, omdat in Egypte en Zuid-Amerika piramides zijn gebouwd die erg op elkaar lijken.
2. Het vlot van Papillon
Papillon was een man die in Frankrijk in 1932 gevangenisstraf kreeg voor iets wat hij niet gedaan had. Hij werd verbannen naar Duivelseiland, dat ligt voor de kust van Frans-Gunyana (naast Suriname) . De gevangenis op dat eiland had geen tralies. Ook zaten de deuren niet op slot. Dat hoefde ook niet, want de zee rond het eiland was levensgevaarlijk. Er stonden sterke stromingen en het wemelde er van de mensenetende haaien. Er was geen strand zoals in Nederland. In plaats daarvan waren overal rotsen van tientallen meters hoog. Toch wist Papillon van dit eiland af te vluchten. Hij deed dit door met een grote zak kokosnoten in de zee te springen. Toen hij in het water lag, gebruikte hij de zak kokosnoten als vlot. Daarop dreef hij naar een ander eiland en wist te ontsnappen.
3. De IJsschots van Vader Bording
In januari van het jaar 1849 gaat Vader Bording uit het dorpje Durgerdam met zijn twee zonen het ijs op. Het is al wekenlang bitter koud en een groot stuk van de Zuiderzee - het huidige IJsselmeer - is bevroren. De vissersboot van Vader Bording kan daardoor niet uitvaren, en het gezin lijdt honger. De vader en zijn beide zonen hakken gaten in het ijs. Daardoor laten ze vislijnen zakken en wachten tot ze beet krijgen. Af en toe vangen ze een bot, maar als ze bijna een maaltje bij elkaar hebben, breekt het stuk ijs waarop ze zitten af. Door de wind en de stroming drijven ze de zee op. De schots is gelukkig groot genoeg om hun gewicht te houden. Ze eten rauwe vis en laten happen sneeuw in hun mond smelten. Zo blijven ze in leven. Pas veertien dagen later worden ze gered. Je ziet, met een vlot kan je spannende avonturen beleven.
Het klassieke vlot
Dit soort vlotten bestaat al sinds het stenen tijdperk. In Zweden, Canada en Finland worden ze nog steeds gebruikt. Het word gemaakt van boomstammen, die met touwen aan elkaar worden gebonden. Op zo'n vlot kan je rustig een rivier afzakken, als er tenminste geen watervallen zijn. Je kan er een tentje op zetten. Bij dat tentje kan je een met een kooktoestelletje een blikje soep opwarmen. En er is nog plaats genoeg voor een ligstoel. In Nederland is er wel een probleem, en dat is: hoe kom je aan boomstammen?
Het moderne vlot
Gelukkig kan je, door allerlei nieuwe uitvindingen, ook zonder boomstammen een vlot maken. Dat kan met alles wat goed blijft drijven, zoals lege plastic flessen, stukken piepschuim, binnenbanden, plastic ballen en nog veel meer dingen. (Je kan ook een luchtbed nemen, maar dat is wel erg gemakkelijk) Als je al die drijvende dingen in het water gooit en je springt erachter aan dan ben je natuurlijk meteen drijfnat. Er moet iets omheen. Iets wat de boel bij elkaar houdt en een beetje stevig is. Zodat je erop kunt staan.
Begin met een pallet
Heel geschikt is een pallet, zo'n platte houten krat die aan twee kanten open is. Je ziet ze onder andere in supermarkten met pakken dozen erop gestapeld. Je kan een speciaal wagentje in de pallet steken, die de pallet kan optillen en met de dozen erop kan rijden. Als e langs de supermarkt loopt rond de tijd dat men het grofvuil komt ophalen, heb je kans dat er een pallet bij staat. Anders moet je er zelf een maken. Daarvoor heb je nodig
-Acht dunne planken die net zo lang zijn als jij, of iets langer.
-Twee dikke planken die net zo lang zijn als jij, of iets langer
Leg de twee dikke planken naast elkaar, met de dunne kant naar boven. Timmer vier dunne planken op de dikke planken vast. De ruimte tussen de lagen dunne planken vul je op met lege plastic flessen met de op erop geschroefd, piepschuim, opgeblazen binnenbanden enzovoort. Dan is je vlot klaar. En daarna komt het spannende moment: Blijft het vlot drijven als je erop gaat staan?
De voordelen van een vlot
Een vlot komt langzaam vooruit. Je kunt er moeilijk mee sturen. En als je niet oplet, val je over de rand het water in. Maar er is ook een voordeel: je kan het net zo groot maken als je zelf wilt. Dat is heel eenvoudig je maakt gewoon een tweede vlot, en dat knoop je met touwen aan het eerste vast. En als er dan nog meer vrienden mee willen varen, maak je een derde. En een vierde. En nog één, en... Een vlot heeft ook nog een ander voordeel. Je kan er op allerlei verschillende manieren mee vooruit komen. Je kan er een zeil op zetten. Je kan op de rand zitten peddelen. En je kan op de achterkant staan, een lange stok in de bodem van de sloot steken en dan duwen. Daarbij kan je met een vlot echt overal varen waar water is. Je kan er zelfs de oceaan mee oversteken, zoals je in de volgende verhalen kunt lezen.
Drie beroemde vlotten
1. De Kon-Tiki
De Kon-Tiki is het beroemdste vlot ter wereld. Het is gemaakt van balsa (een zeer licht houtsoort) en touwen. Het heeft een korte mast en een vierkant zeil, een soort beddenlaken. Verder heeft het een rieten afdakje tegen de regen en de zon. De man die dit vlot maakte, werd geboren in Noorwegen en heette Thor Heyerdahl. In 1947 voer hij met zijn vlot vanuit Peru naar een groep eilanden in het midden van de Grote Oceaan. Over deze reis deed hij 101 dagen. Heyerdahl bouwde zijn vlot precies zoals de Inka's dat vele honderden jaren geleden deden. Hij wilde namelijk bewijzen dat die Inka's toen al grote zeereizen konden maken. Later maakte Thor Heyerdahl een boot van riet (papyrus). Dat had hij afgekeken van de Egyptenaren. Met die rieten boot voer hij van Marokko naar het eiland Barbados vlakbij Amerika. Hiermee wilde hij aantonen dat de Egyptenaren misschien al veel eerder dan Columbus Amerika hadden ontdekt.Volgens Heyerdahl was dat waarschijnlijk ook zo. Hij dacht dit, omdat in Egypte en Zuid-Amerika piramides zijn gebouwd die erg op elkaar lijken.
2. Het vlot van Papillon
Papillon was een man die in Frankrijk in 1932 gevangenisstraf kreeg voor iets wat hij niet gedaan had. Hij werd verbannen naar Duivelseiland, dat ligt voor de kust van Frans-Gunyana (naast Suriname) . De gevangenis op dat eiland had geen tralies. Ook zaten de deuren niet op slot. Dat hoefde ook niet, want de zee rond het eiland was levensgevaarlijk. Er stonden sterke stromingen en het wemelde er van de mensenetende haaien. Er was geen strand zoals in Nederland. In plaats daarvan waren overal rotsen van tientallen meters hoog. Toch wist Papillon van dit eiland af te vluchten. Hij deed dit door met een grote zak kokosnoten in de zee te springen. Toen hij in het water lag, gebruikte hij de zak kokosnoten als vlot. Daarop dreef hij naar een ander eiland en wist te ontsnappen.
3. De IJsschots van Vader Bording
In januari van het jaar 1849 gaat Vader Bording uit het dorpje Durgerdam met zijn twee zonen het ijs op. Het is al wekenlang bitter koud en een groot stuk van de Zuiderzee - het huidige IJsselmeer - is bevroren. De vissersboot van Vader Bording kan daardoor niet uitvaren, en het gezin lijdt honger. De vader en zijn beide zonen hakken gaten in het ijs. Daardoor laten ze vislijnen zakken en wachten tot ze beet krijgen. Af en toe vangen ze een bot, maar als ze bijna een maaltje bij elkaar hebben, breekt het stuk ijs waarop ze zitten af. Door de wind en de stroming drijven ze de zee op. De schots is gelukkig groot genoeg om hun gewicht te houden. Ze eten rauwe vis en laten happen sneeuw in hun mond smelten. Zo blijven ze in leven. Pas veertien dagen later worden ze gered. Je ziet, met een vlot kan je spannende avonturen beleven.